Meerjaren uitvoeringsprogramma

Om uitvoering te geven aan bovenstaande ambitie en strategie zal er een uitvoeringsprogramma door het college worden opgesteld na vaststelling van het mobiliteitsplan. De maatregelen worden bepaald door de ambitie van de gemeente en de netwerken van de verschillende modaliteiten te confronteren met de huidige verkeerssituatie. Het verschil tussen beide resulteert dan tot een mogelijke maatregel in het uitvoeringsprogramma. De eerdere hoofdstukken uit dit mobiliteitsplan vormen dan ook de basis van het nog op te stellen uitvoeringsprogramma.

In de opzet van het meerjaren uitvoeringsprogramma worden de maatregelen onderverdeeld in 3 categorieën:

  • Onderzoek en beleid: dit betreft maatregelen gericht op het uitvoeren van onderzoek (bijv. om infrastructurele maatregelen te treffen) of het opstellen van beleid. Dit beleid geeft handvatten om in de toekomst beslissingen ten aanzien van mobiliteit gerelateerde onderwerpen te maken.

  • Infrastructureel: dit betreft fysieke maatregelen die worden getroffen aan de infrastructuur in Oirschot.

  • Mensgericht: dit betreffen maatregelen gericht op gedragsverandering en komen ook jaarlijks terug. Denk hierbij aan educatiemaatregelen, stimulerings- of voorlichtingscampagnes

Het mobiliteitsplan voorziet in een actualisatie van het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid. Voor infrastructurele maatregelen die voortkomen uit het mobiliteitsplan zijn de jaarlijkse financiële middelen reeds geborgd.

Met het SPV is er meer aandacht voor mensgerichte maatregelen gekomen waarbij meer dan voorheen en structureel ingezet gaat worden op educatie, voorlichting en campagnes. Daarnaast vraagt niet alleen strategische spoor A, maar ook strategisch spoor B om actief in te zetten op campagnes en stimuleringsprojecten om de mobiliteitstransitie verder te brengen. Het mobiliteitsplan vraagt daarnaast om een structurele inzet op beleid en onderzoek. Door structurele inzet kunnen we de beleidsmatige achterstand wegwerken (o.a. inrittenbeleid), kunnen we de vraagstukken die op ons afkomen beter beantwoorden (o.a. laadpalenbeleid) en weten we veel beter wat er speelt op ons wegennet doordat we kunnen monitoren (o.a. verkeerstellingen).

Voor de mensgerichte maatregelen is dit € 60.000,- per jaar, waarvan € 20.000,- vanuit de gemeente wordt bijgedragen en wordt structureel € 40.000,- vanuit regionale subsidies verwacht. Voor onderzoek en beleid zijn de kosten gemiddeld € 55.000,- per jaar.  Deze middelen worden geborgd met de actualisatie van het Integraal Maatschappelijk Beheerkader (IMBK).

Alleen voor de infrastructurele maatregelen hanteert de gemeente, aansluitend op het IMBK, kwaliteitsniveaus. Deze geven richting aan de wijze waarop de openbare ruimte op een bepaalde locatie ingericht kan worden of dat een maatregel kan worden uitgevoerd. Deze kwaliteitsniveaus zijn daarom niet van toepassing op de mensgerichte maatregelen en de maatregelen onder Onderzoek en beleid. Binnen het IMBK worden de volgende categorieën gehanteerd:    

  • A+: Zeer hoog/ zeer intensief, uitstekend, als nieuw

  • A: Hoog, intensief, goed, weinig op aan te merken

  • B: standaard, functioneel, en voldoende

  • C: extensief, sober, met enige schade

  • D: Zeer extensief, verloederd, onvoldoende

Binnen verkeer en mobiliteit wordt er onderscheid gemaakt in de inrichtingsniveaus A+, A en B. De kwaliteitsniveaus C en D worden hierbij niet gehanteerd. Het gehele mobiliteitssysteem binnen de gemeente Oirschot moet immers altijd voldoende verkeersveilig, duurzaam, bereikbaar en leefbaar zijn. Daarom hanteren we als uitgangspunt voor verkeer en mobiliteit kwaliteitsniveau A.

Kwaliteitsniveau A is het uitgangspunt voor verkeer en mobiliteit waar in principe niet van wordt afgeweken. In het uitvoeringsprogramma zullen projecten in de tijd uiteengezet met de daarbij behorende budgetten. Wanneer het project niet haalbaar blijkt binnen het gereserveerde budget wordt eerst gekeken of het mogelijk is om het project later in de tijd uit te voeren met kwaliteitsniveau A. Pas wanneer dit niet mogelijk blijkt wordt er gekeken of er keuzes te maken zijn binnen de inrichting van de openbare ruimte en de daarbij behorende uitvoering. Er wordt dan afgeweken naar niveau B. We gaan ervan uit dat hiermee de prijs met ca. 20% kan dalen. Wanneer het wenselijk is om een bepaalde locatie beter in te richten dan het uitgangspunt niveau A is dit ook mogelijk en wordt uitgegaan van een stijging van de prijs ca 20%. Hieronder is een overzicht opgenomen met voorbeelden op welke manier de kwaliteitsniveaus voor verkeer mobiliteit kunnen worden toegepast.