Voetgangers

Voetgangers behoren, samen met fietsers, tot de groep langzame en meest kwetsbare verkeersdeelnemers. De kwaliteit van de voetpaden binnen de gemeente verdient daarom continu aandacht, met name binnen de wijken en centra. Het is dan ook een van de vier strategische sporen om de actieve mobiliteit te stimuleren. Voor de inrichting van de utilitaire wandelinfrastructuur baseren we ons op de richtlijnen voor voetgangers in het CROW ASVV2021 en wordt voldaan aan de toegankelijkheidseisen[1] en het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Aanwezigheid van bebouwing en de bestaande wegenstructuren maken het niet altijd mogelijk om hieraan te voldoen. Wanneer niet kan worden voldaan aan de richtlijnen als gevolg van het beschermde dorpsgezicht, wordt er gekeken of er alternatieven routes gevonden kunnen worden voor het gemotoriseerd verkeer. Pas als dit niet mogelijk blijkt te zijn wordt onderzocht welke alternatieve routes er voor voetgangers mogelijk zijn, passend binnen de uitgangspunten en binnen de factoren die van invloed zijn op de acceptatie van de loopafstand.

Belangrijke voorwaarden die Oirschot stelt voor wandelvoorzieningen zijn1:

  • Zoveel als mogelijk wordt er gestreefd naar de aanwezigheid van een voetgangersvoorzieningen aan minimaal een zijde van de straat voor alle wegen binnen de bebouwde kom.

  • Voetpaden zijn toegankelijk voor personen in een scootmobiel of rolstoel, of mensen met een kinderwagen of rollator. De trottoirs zijn daarom bij kruispunten altijd voorzien van een verlaagde trottoir- of inritband met helling ≤ 1:10 en breedte ≥ 1,2 meter.

  • Voetpaden in het netwerk zijn, indien mogelijk, voldoende breed en liefst verhard. De minimale maat voor een trottoir is 1,50 meter breed (5 tegels). Zo kunnen ook personen in een rolstoel of scootmobiel goed gebruik maken van de voorzieningen. Bij voorzieningen waar veel rolstoel- of rollatorgebruikers komen wordt er gekeken of een breder trottoir mogelijk is. Dit betreft maatwerk.

  • Het is het streven van de gemeente om geen obstakels op trottoirs te hebben. Het plaatsen van obstakels (terrassen, reclameborden, fietsenrekken, laadpalen, laadkabels, etc.) op trottoirs wordt daarom zoveel mogelijk voorkomen via de gemeentelijke APV (2021). Bij puntobstakels wordt zoveel als mogelijk een minimale doorgang van 0,90 meter aangehouden.

  • Zoveel mogelijk voorkomen van barrièrewerking op drukke wandelroutes door bijvoorbeeld ontsluitingswegen in de gemeente of het ontbreken van oversteekplaatsen. Mocht er toch een oversteeklocatie nodig zijn op de wandelroute, dan gelden hiervoor de volgende eisen:

    • Bij gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom wordt verspreid oversteken voorkomen in samenhang met de structuur van de looproutes en de functies in de omgeving. De voetganger moet door maatregelen worden geleid naar de voorziene oversteeklocatie. Dit kan doormiddel van hekken, struiken of wadi’s worden uitgevoerd. Indien de beschikbare ruimte het toelaat is het wenselijk om de oversteek getrapt te laten plaatsvinden door middel van een midden geleider. Bij een winkelfunctie kan verspreid oversteken niet altijd worden voorkomen. Dan is het toekennen van een erftoegangsfunctie aan de weg op zijn plaats. Dit moet wel binnen de verkeersstructuur passen.

    • Voorkomen van het oversteken van gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom op het wegvak. Bij voorkeur ligt de oversteek nabij kruispunten met een verkeersregelinstallatie of een rotonde. Afhankelijk van het aantal voetgangers (en fietsers) en de grootschaligheid van het kruispunt kan een ongelijkvloerse kruising gewenst zijn. Indien de gewenste oversteeklocatie toch een wegvak kruist, en het niet mogelijk is om over te steken bij een kruispunt, dan dient de oversteek sowieso ongelijkvloers te worden uitgevoerd.

  • Oversteekplaatsen op gebiedsontsluitingswegen 50 km/u worden zoveel mogelijk voorkomen gezien de doorstroom functie van de weg. Daar waar een oversteekplaats noodzakelijk is zijn deze herkenbaar ingericht, voor zowel automobilisten als voor voetgangers (met een visuele beperking).

  • In ETW 30km zones komen in principe geen zebrapaden voor. Bij winkelcentra, schoolzones en bushaltes kan een uitzondering gemaakt worden gezien de grote hoeveelheid voetgangers dat oversteekt. Hierbij wordt een oversteekplaats dan altijd aangelegd in combinatie met een verkeersplateau. In de toekomst is het op gebiedsontsluitingswegen 30 km/u wel een mogelijkheid om voetgangersoversteekplaatsen te realiseren.

  • De verlichting dient op orde te zijn conform CROW-richtlijnen. Goede verlichting zorgt voor een gevoel van veiligheid en verhoogt het gebruikspotentieel van de voorzieningen.

  • Op alle wegen met een verblijfsfunctie zoals gedefinieerd in de netwerkkaart (ETW) heeft de voetganger een comfortabele positie op de weg en wordt bij integrale afwegingen de positie van de voetganger boven die van het autoverkeer gesteld;

Voetgangersnetwerkkaart

Er is geen netwerk gedefinieerd voor voetgangers. Dit is een bewuste keuze gebaseerd op het uitgangspunt dat de openbare ruimte overal op een dergelijke manier ingericht dient te zijn zodat deze ten alle tijden goed toegankelijk is voor voetgangers.

Recreatief wandelen

Naast de utilitaire wandelinfrastructuur binnen de kernen dienen de toeristische wandelvoorzieningen op orde te zijn om zo een gezonde levensstijl in een groene en gezonde leefomgeving te bevorderen. Door de natuurgebieden in Oirschot te verbinden met de kernen wordt de groene omgeving toegankelijker voor wandelaars. Hierdoor wordt de cultuurhistorische waarde van de erfgoedgemeente toegankelijk voor bewoners en bezoekers wat de vrijetijdseconomie verder stimuleert. De recreatieve wandelpaden en haar voorzieningen worden opgepakt binnen de projecten die voortvloeien uit het landschapskwaliteitsplan en worden opgenomen op het recreatieve routenetwerk (Visit Brabant).

Toekomstige ontwikkelingen

Uit de knelpuntenkaart onder inwoners en stakeholders blijkt dat op een aantal locaties de kwaliteit en toegankelijkheid van de trottoirs ondermaats wordt bevonden. De gemeente heeft deze locaties in het vizier en neemt dit mee in onderhoudsprogramma’s voor de komende jaren. Daarnaast heeft Oirschot een aantal beschermde landschappelijke en cultuurhistorische wegen. Het zou in de toekomst voor kunnen komen dat bovenstaande voorwaarden conflicteren met het behoud van de cultuurhistorische waarden van Oirschot. In dat geval wordt de prioriteit gegeven aan het behouden van de cultuurhistorische waarden van de openbare ruimte.

Lopen is een belangrijke schakel in de mobiliteitsketen. Voor een goede werking van het toekomstig openbaar vervoer, mobiliteitshubs en mobiliteitsdiensten, is het realiseren van goede wandelvoorzieningen van en naar onder andere opstapplaatsen voor het openvaar vervoer, deelvervoer en fietsenstallingen van belang. Hiermee wordt de toegang tot deze vervoersmiddelen eenvoudiger en aantrekkelijker gemaakt, zo maakt Oirschot zich klaar voor de toekomst.

Voetgangers en gedragsverandering

Om lopen als modaliteit aantrekkelijk te maken, is er meer nodig dan alleen goed ingerichte en volledige wandelnetwerken. Het is van belang te laten zien dat lopen leuk en gezond is. Door het aanbieden van mooie routes stimuleert de gemeente Oirschot mensen om er te voet op uit te trekken. Ook zien we dat er steeds vaker ‘lunch-wandelingen’ worden gemaakt. Daarom wordt er ook aansluiting gezocht bij de regionale werkgeversbenadering om wandelen te stimuleren. Daarnaast wil de gemeente zich inzetten om lopen naar school vanzelfsprekend te maken. Hiervoor worden er samen met scholen educatieprogramma’s opgezet. Ook zet de gemeente stappen naar een groter aantal wandelende inwoners door het verkondigen van erfgoedroutes. Daarnaast wordt jaarlijks een avondvierdaagse georganiseerd op initiatief van de Koninklijke Wandelbond Nederland. Zo wordt lopen als actieve vorm van mobiliteit in Oirschot vanzelfsprekend.

  • 1 CROW richtlijn 177 – Integrale toegankelijkheid openbare ruimte